Door het coronavirus staat het onderwijs onder druk. Medio maart werden de eerste maatregelen getroffen wat heeft geleidt tot het tijdelijk sluiten van scholen. Onderwijs op afstand werd ingeregeld door docenten om de voortzetting van het onderwijs te blijven garanderen. Het onderwijs werd ‘hybride’ met behulp van online- en offline hulpmiddelen dat plaats onafhankelijk gegeven kon worden. De Monitor hybride onderwijs brengt in kaart hoe dit onderwijs werd ingericht en hoe leraren, ouders en leerlingen dit hebben ervaren.
Onderwijs op afstand
De monitor, een initiatief van Kennisnet en de PO-Raad, is een ontwikkelinstrument en biedt input voor het gesprek op scholen, binnen besturen en op sectorniveau.
Het onderzoeksrapport presenteert de eerste resultaten van het onderzoek dat is uitgevoerd in het basisonderwijs. Onderwijstechnologie speelde tijdens de tijdelijke sluiting van de scholen een belangrijke rol. Er werd onderwijs op afstand gegeven om de interactie tussen leraar en leerling zoveel mogelijk te behouden.
Onderzoeksopzet
De mogelijkheid om deel te nemen aan het onderzoek, is in juni 2020 aangekondigd. Schoolbestuurders en schoolleiders werden opgeroepen om zich aan te melden. Zij konden kiezen tussen de aanmelding van één school en de aanmelding van een aantal scholen onder één bestuur.
In totaal zijn er vier enquêtes afgenomen:
- vragenlijst voor schoolleiders en ict-coördinatoren;
- vragenlijst voor onderwijsgevenden;
- vragenlijst voor ouders;
- vragenlijst voor leerlingen.
Onderwijsactiviteiten
Zo’n 49% van de leraren heeft tijdens de sluiting zowel vanuit huis als vanuit school afstandsonderwijs verzorgd. 44% heeft alleen vanuit huis onderwijs op afstand verzorgd. De leraren is onder andere gevraagd in welke mate zij verwachten onderwijs op afstand in de toekomst in te zetten omdat het een verrijking vormt in het onderwijs.
Wat de leraren vooral meer verwachten te zullen doen, is:
- leerlingen laten samenwerken met ICT;
- leerlingen aanzetten tot probleemoplossend leren;
- formatieve evaluatie uitvoeren;
- differentiatie verzorgen;
- feedback geven;
- instructie geven.
Wat zij verwachten minder te zullen doen is:
- online lesgeven;
leerlingen opbellen en extra uitleg en hulp geven;
via beeld en spraak contact hebben met leerlingen over de voortgang.
Digitale methoden
Digitaal materiaal van uitgevers werd het meest door de leraren gebruikt (62% vaak of heel vaak), gevolgd door zelf of door collega’s opgenomen instructievideo’s (49% vaak of heel vaak) en papieren materiaal van uitgevers, zoals les- en werkboeken (46% vaak of heel vaak). Peer review en instructievideo’s van YouTube werden relatief weinig gebruikt.
Wil je weten hoe schoolleiders, ouders en leerlingen het onderwijs op afstand hebben ingericht en ervaren tijdens de lockdown? Download het volledige rapport Monitor hybride onderwijs
Bron: Kennisnet.nl
Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen? Volg ons op LinkedIN en Twitter of meld je aan voor onze nieuwsbrief.